niveau 4 / 1-3-2010

Ondersteunt gebruikers (B1-K1)

• Handelt meldingen af (B1-K1-W1)
• Instrueert gebruikers (B1-K1-W2)
• Installeert, configureert en beheert gebruikersdevices (B1-K1-W3)

Beheert de infrastructuur (B1-K2)

• Installeert en configureert netwerk- en infrastructuuronderdelen (B1-K2-W1)
• Beheert en monitort netwerk- en infrastructuuronderdelen (B1-K2-W2)

Beheert applicaties (B1-K3)

• Adviseert over, installeert en configureert applicaties (B1-K3-W1)
• Onderhoudt applicaties (B1-K3-W2)

Ontwikkelt digitale informatievoorzieningen (P2-K1)

• Ontwerpt een informatievoorziening (P2-K1-W1)
• Automatiseert processen (P2-K1-W2)
• Beheert databases (P2-K1-W3)

Controleert de security (P2-K2)

• Geeft security advies en verbetert de security (P2-K2-W1)
• Reageert op security incidenten (P2-K2-W2)